Strengere regels nodig voor gebruik van schadelijke stoffen in Nederlandse zeeschepen

Gepubliceerd op 23/07/2024 00:00 in Binnenland

Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft vastgesteld dat Nederlandse zeeschepen stookolie gebruiken waar schadelijke chemische stoffen aan zijn toegevoegd, wat gevaarlijk is voor personeel en machines aan boord, en leidt tot luchtverontreiniging. Dit is in strijd met internationale verdragen.

ILT heeft Nederlandse reders ondervraagd voor het onderzoek, waarbij zij klachten hebben geuit over verstopte brandstoffilters en vastlopende pompen door de gemengde olie. Bemanningsleden worden ook gemeld hoofdpijn en onwel te worden door de brandstofdampen.

Testorganisatie Veritas Petroleum Service heeft de afgelopen twee jaar ongeveer 3600 monsters van brandstoffen in Nederlandse havens onderzocht. In 15 procent van de monsters werden stoffen gevonden die hoogstwaarschijnlijk afkomstig zijn van chemische bedrijven.

Stookolie, een drab die ontstaat bij het raffineren van aardolie, wordt vermengd met andere oliën zoals diesel om het geschikt te maken als brandstof voor schepen. Echter, in de internationale scheepvaart worden vaak schadelijke chemische stoffen gebruikt als goedkoop alternatief voor diesel. Deze stoffen zijn vaak afkomstig uit de chemische industrie, die ze beschouwt als een manier om van chemisch afval af te komen.

De politie heeft al in 2012 gewezen op de noodzaak van wettelijke eisen voor stookolie, aangezien bijna alle stookolie destijds werd aangelengd met chemicaliën. Tien jaar later blijkt uit nieuw onderzoek van ILT dat deze praktijk nog steeds op grote schaal plaatsvindt.

ILT concludeert dat strengere kwaliteitsnormen voor stookolie nodig zijn om bijmenging van schadelijke stoffen te voorkomen. Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) erkent echter dat het opstellen van deze regels complex is vanwege de wereldwijde productie, handel en gebruik van stookolie. Desondanks wordt er verwacht dat bedrijven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen om bijmenging van schadelijke stoffen te voorkomen.