De hofnar: terug van weggeweest

Gepubliceerd op 10/08/2024 12:00 in Binnenland

De hofnar, bekend uit lang vervlogen tijden als grappenmaker en de enige die de koning de waarheid mocht vertellen, maakt zijn comeback. In moderne organisaties loopt nu een professionele versie rond, de zogenaamde profnar. Juri Hoedemakers, de man achter dit fenomeen, stelt dat de profnar kan helpen bij het voorkomen van machtsmisbruik, grensoverschrijdend gedrag en angstculturen op de werkvloer.

Hoedemakers, die in 2020 de scriptieprijs van de Rotterdam School of Management won met zijn onderzoek naar de meerwaarde van de hofnar in moderne organisaties, heeft al drie boeken over het onderwerp geschreven en is erop gepromoveerd. Hij werkt als professionele hofnar bij verschillende organisaties en helpt hen op een luchtige manier hun blinde vlekken te ontdekken.

De profnar voert gesprekken met medewerkers, loopt mee op afdelingen en schuift aan bij overleggen om de werkelijke problemen binnen een organisatie bloot te leggen. Zijn ongefilterde feedback wordt anoniem teruggekoppeld naar de leiding, wat confronterend maar ook verhelderend kan zijn.

Zowel leidinggevenden als medewerkers krijgen een spiegel voorgehouden door de hofnar. Dit zorgt voor meer energie, verbinding en openheid binnen organisaties. De hofnar wordt gezien als een buitenstaander die objectief advies kan geven, zonder eigen belangen.

Hoedemakers heeft samen met leiderschapscoach Tim de Zeeuw een narrengilde opgericht, waar al 51 profnarren zijn opgeleid. Ze willen mensen en organisaties helpen om op een effectieve en luchtige manier vrijmoedig te kunnen spreken, de essentie van de hofnarmethode.

Het belang van een tegengeluid binnen bedrijven wordt steeds groter, vooral door recente schandalen en de behoefte aan een open dialoog. Bedrijven proberen nu op nieuwe manieren gesprekken te faciliteren, om zo een gezonde bedrijfscultuur te waarborgen en incidenten te voorkomen.