Docenten in het onderwijs worstelen met de opkomst van kunstmatige intelligentie

Gepubliceerd op 04/09/2024 21:00 in Binnenland

In het onderwijs groeit het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) snel, maar de keerzijde wordt steeds duidelijker. Docenten merken dat techbedrijven invloed kunnen krijgen op lesstof en dat gevoelige data in gevaar kunnen komen. De Algemene Onderwijsbond pleit daarom voor duidelijke landelijke richtlijnen om deze risico's te beperken.

Maar niet alle docenten zien AI als een bedreiging. Zo kwam levensbeschouwingdocent Niels de Leeuw in aanraking met AI toen hij ontdekte dat sommige profielwerkstukken door chatbots werden geschreven. Samen met andere docenten verdiepte hij zich in AI en ontwikkelde richtlijnen voor zijn school.

Ook geschiedenisdocent Marco van Vemde past zijn lessen aan om te voorkomen dat leerlingen AI gebruiken om opdrachten te genereren. Toch ziet hij ook kansen, zoals het gebruik van chatbots om de lessen interactiever te maken.

Projectleider onderwijsvernieuwing Koen Buiter merkt dat veel docenten nog terughoudend zijn om AI in te zetten in het onderwijs, mede door tijdgebrek en weerstand tegen verandering. Hij pleit voor actief bijgewerkte richtlijnen om docenten te helpen AI op een zinvolle manier te integreren.

Docente Nederlands Aruna Hoofs erkent het belang van AI, maar worstelt ook met de werkdruk en tijdgebrek. Ze probeert haar leerlingen bewust te maken van de risico's van AI, maar is niet bang dat leerlingen op grote schaal chatbots zullen gebruiken om teksten te genereren.

Het debat over de rol van kunstmatige intelligentie in het onderwijs blijft dus actueel, met zowel uitdagingen als kansen voor docenten en scholen.