Hoge Raad: geen onderscheid in erfbelasting voor kinderen van niet erkende biologische vaders

Gepubliceerd op 07/09/2024 07:00 in Binnenland

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat kinderen die erven van een biologische vader die hen niet heeft erkend, niet meer belasting zouden moeten betalen dan kinderen van erkende vaders. Dit onderscheid wordt als discriminerend beschouwd als het kind en de biologische vader wel een goede band hebben.

In een recente zaak, aangespannen door een man wiens biologische vader in 2017 overleed, werd deze kwestie aan de orde gesteld. De man was geboren uit een relatie waarin zijn ouders niet getrouwd waren en zijn vader hem niet had erkend. Ondanks dit feit was de man wel erfgenaam van zijn biologische vader en onderhield hij contact met hem. Later trouwde zijn moeder met een man die hem wel als zoon erkende.

Op grond van de wet op erfbelasting moest de man meer belasting betalen over de erfenis die zijn biologische vader hem naliet, omdat hij als buitenhuwelijks kind geen aanspraak kon maken op belastingvoordelen voor kinderen. De Hoge Raad oordeelde echter dat dit in dit specifieke geval niet rechtvaardig was, gezien de persoonlijke band tussen de man en zijn biologische vader.

Hoewel het gerechtshof de man eerder gelijk had gegeven, ging de staatssecretaris van Financiën in cassatie bij de Hoge Raad. De uitspraak viel opnieuw in het voordeel van de man.

De Hoge Raad heeft echter niet besloten of de man en anderen in vergelijkbare situaties gecompenseerd moeten worden. Dit laat de hoogste rechter over aan het kabinet, vanwege de veranderingen in de maatschappij rondom meerouderschap en andere familierechtelijke kwesties. Het is nog onduidelijk hoeveel mensen in Nederland eventueel gecompenseerd zouden moeten worden als het kabinet besluit tot actie over te gaan.