Schade door pro-Palestina-demonstraties aan Universiteit van Amsterdam loopt op tot 4 miljoen euro
Gepubliceerd op 06/11/2024 21:00 in Binnenland
Bij de pro-Palestina-demonstraties op de Universiteit van Amsterdam in het voorjaar is voor ruim 4 miljoen euro aan schade veroorzaakt. Demonstranten bezetten verschillende locaties van de UvA, wat leidde tot vernielingen en bekladdingen. De universiteit is van plan om de schade te verhalen op de daders.
Er vonden bezettingen plaats op de Roeterseilandcampus, bij de Oudemanhuispoort en het Binnengasthuisterrein. De demonstranten eisten dat de universiteit de banden met Israƫl verbrak en begonnen met een tentenkamp buiten. Later bezetten zij de gebouwen en richtten barricades op.
Tijdens een protest op de Roeterseilandcampus probeerde de politie en ME in te grijpen, waarbij een shovel werd ingezet. De demonstranten reageerden door de politie te bekogelen en brandblussers leeg te spuiten. Die nacht werden 140 mensen gearresteerd. Een week later ontstond opnieuw veel schade.
De UvA heeft op haar website uitgelegd dat de grootste kostenpost van de schade de vertraging van de bouw van de universiteitsbibliotheek was, met een bedrag van 2,8 miljoen euro. Door de demonstraties werden geplande graafwerkzaamheden voor de aanleg van elektriciteit uitgesteld, wat leidde tot een vertraging van drie maanden. De nieuwe universiteitsbibliotheek hoopt de UvA in september volgend jaar te openen.
De totale schade aan de gebouwen bedroeg 6 ton aan de buitenkant en 3 ton aan de binnenkant. Dit omvatte het schoonmaken van de panden en het vervangen van koffieautomaten, beeldschermen, meubilair en beveiligingscamera's. Ook moest de universiteit extra beveiliging inzetten, wat 140.000 euro kostte.
De UvA is van plan om de schade te verhalen op de daders, "als dat juridisch mogelijk is", hoewel het lastig zal zijn omdat vaak niet duidelijk is wie de schade heeft veroorzaakt. In mei werd de schade aanvankelijk geschat op 1,5 miljoen euro, waarbij de schade aan eigendommen van gemeente, bedrijven en particulieren nog niet was meegerekend.