Kinderen en ouders ervaren te weinig inspraak bij jeugdzorg**

Gepubliceerd op 07/11/2024 06:00 in Binnenland

**

Kinderen en ouders hebben te weinig inspraak bij de jeugdzorg die zij ontvangen, zo concluderen de Kinderombudsvrouw en de Ombudsman na gesprekken met betrokkenen. Sinds de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015, waarbij gemeenten verantwoordelijk werden in plaats van het Rijk, blijft de beloofde verbetering uit.

Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer benadrukt dat ondanks de intentie om met jeugdigen en ouders te praten, er nog steeds weinig inspraak is. Kinderen erkennen dat zij hulp nodig hebben, maar voelen zich vaak over het hoofd gezien en ervaren daardoor niet passende hulp. Ook ouders merken op dat hun kinderen niet de juiste hulp krijgen en worden beperkt in hun keuzes.

Er zijn meerdere problemen binnen de jeugdzorgsector, zo blijkt uit verschillende rapporten. De zorg is minder toegankelijk geworden door lange wachtlijsten, terwijl aanbieders van jeugdzorg financieel in de knel zitten. Kinderombudsvrouw Kalverboer benadrukt dat het proces aan het begin verbeterd moet worden, door te kijken naar welke hulp een kind werkelijk nodig heeft en hierbij de betrokkenen te betrekken.

Hoewel er in de afgelopen jaren verbeteringen zijn doorgevoerd, is er volgens de branchevereniging Jeugdzorg Nederland nog steeds werk aan de winkel. Zij erkennen dat de invloed van jeugdigen en ouders verbeterd moet worden en dat er meer informatie verstrekt moet worden tijdens een jeugdhulptraject.

Het rapport van de Kinderombudsvrouw en de Ombudsman dient als signaal dat er structurele verbeteringen nodig zijn in de jeugdzorg, om ervoor te zorgen dat kinderen en ouders voldoende inspraak hebben en de juiste hulp ontvangen.