Patiëntenorganisaties vrezen gebrek aan financiering voor onderzoek naar long covid
Gepubliceerd op 05/12/2024 08:00 in Binnenland
Patiëntenorganisaties PostCovidNL en Long Covid Nederland uiten hun zorgen over de mogelijke krapte aan financiering voor extra onderzoek naar de behandeling van long covid-symptomen. Vandaag zal de Tweede Kamer stemmen over een amendement dat 21 miljoen euro moet vrijmaken voor aanvullend onderzoeksbudget, maar er lijkt geen meerderheid te zijn.
Het gebrek aan extra financiering kan het lastiger maken om op korte termijn grootschalig de ingrijpende ziektesymptomen aan te pakken bij bijna een half miljoen patiënten met long covid. Momenteel wordt er al veel geld besteed aan onderzoeken naar de oorzaken van long covid, maar slechts enkele studies zijn gericht op het onderzoeken van bestaande medicijnen om de symptomen te verlichten.
Om effectieve symptoombestrijding te bereiken, hebben academische ziekenhuizen in Rotterdam, Amsterdam en Utrecht gespecialiseerde longcovidklinieken geopend. Deze klinieken zijn bedoeld om ervaring op te doen met het behandelen van symptomen, zodat deze kennis gedeeld kan worden met huisartsen voor een bredere behandeling van patiënten.
De directeur van PostCovidNL, Diewke de Haen, benadrukt dat klinisch onderzoek naar behandelingen van symptomen essentieel is om huisartsen te stimuleren deze behandelingen toe te passen. Zonder wetenschappelijke onderbouwing zullen zorgverzekeraars namelijk geen behandelingen vergoeden.
Hoewel er steun is van veel oppositiepartijen voor het amendement dat extra onderzoeksbudget moet vrijmaken, heeft zorgminister Fleur Agema aangegeven tegen te zijn. Volgens de minister werken artsen van longcovidklinieken al samen met het wetenschappelijke Post-Covid Netwerk Nederland om snel te leren over long covid en wil zij eerst de resultaten van deze onderzoeken afwachten voordat er extra geld wordt geïnvesteerd.
Het niet vrijmaken van extra financiering kan leiden tot jaren vertraging voor patiënten die wachten op behandeling. Ondertussen blijft de vraag of de begroting van het kabinet door het parlement wordt geaccepteerd en er wordt steeds meer financiële druk ervaren, waardoor politieke wil om extra geld vrij te maken niet toeneemt.