Dodental opgelaaide geweld in noordwesten Syrië stijgt naar meer dan duizend

Gepubliceerd op 09/03/2025 00:00 in Buitenland

Het dodental van het opgelaaide geweld in het noordwesten van Syrië blijft stijgen. Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR) meldt dat er inmiddels meer dan duizend mensen zijn gedood.

Gisteravond werd er nog gesproken van 150 dodelijke slachtoffers, maar vanmiddag is dit aantal gestegen naar meer dan 600. Dit maakt het een van de dodelijkste geweldsuitbarstingen sinds het conflict in Syrië 14 jaar geleden begon.

Volgens SOHR, dat het conflict volgt via een netwerk van informanten, zijn bijna 750 burgerslachtoffers gevallen, samen met 125 militairen van de nieuwe machthebbers en 148 militanten die de verdreven president Assad steunen.

Het geweld vindt plaats in het kustgebied van Syrië, waar veel alawieten wonen. Troepen van de nieuwe machthebbers en aanhangers van Assad staan daar tegenover elkaar. Een groot deel van de regio zit volgens de mensenrechtenorganisatie zonder elektriciteit en stromend water.

De verdreven president Assad ontvluchtte het land begin december. De alawitische gemeenschap behoort tot de groep waar Assad toe behoort. De soennitische groepering HTS heeft de macht in het land overgenomen.

Een gewapende groepering, bestaande uit voormalige militairen uit het leger van Assad, heeft de wapens opgepakt. Zij voerden eergisteren een grootschalige aanval uit op ordetroepen van interim-president Ahmad al-Sharaa. De groepering, die zichzelf de Militaire Raad voor de Bevrijding van Syrië (MRBS) noemt en geleid wordt door een voormalig generaal, zegt dat ze het land willen bevrijden.

De regering heeft een tegenoffensief gelanceerd tegen de restanten van de troepen van Assad. De overgangsregering belooft dat aanhangers van het Assad-regime individueel gestraft zullen worden en dat minderheden met respect behandeld zullen worden, maar veel alawieten hebben daar weinig vertrouwen in.

Ooggetuigen melden vergeldingsacties tegen alawieten. Onafhankelijke berichtgeving uit het gebied is schaars, omdat er nauwelijks journalisten aanwezig zijn. Soennitische strijders die loyaliteit tonen aan HTS houden alawieten medeverantwoordelijk voor de repressie onder Assad en zouden uit zijn op wraak.

Bewoners van alawitische dorpen en steden vertellen over moordpartijen, plunderingen en brandstichtingen. Duizenden alawieten zouden gevlucht zijn uit vrees voor nieuwe wraakacties, terwijl het geweld nog steeds voortduurt.