Beelden tonen dat gedode Palestijnse hulpverleners herkenbaar waren
Gepubliceerd op 06/04/2025 00:00 in Buitenland
Uit beelden van de aanval in Rafah in het zuiden van Gaza, die vanochtend zijn gepubliceerd door The New York Times, blijkt dat de vijftien Palestijnse hulpverleners die twee weken geleden door Israël werden gedood duidelijk herkenbaar waren. Israël beweerde eerder dat het konvooi onder vuur werd genomen omdat het zich verdacht verplaatste, maar op de beelden is te zien dat de voertuigen met autoverlichting en zwaailichten reden en waren gemarkeerd met het logo van de hulporganisatie Rode Halve Maan.
Een diplomaat van de Verenigde Naties heeft bijna zeven minuten aan beeldmateriaal gedeeld met The New York Times, die het heeft geverifieerd. De lichamen van de hulpverleners werden afgelopen zondag teruggevonden in een massagraf bij Rafah, waar ze met voertuigen en al waren begraven, nadat ze een week vermist waren.
Het Rode Kruis reageerde fel op de vondst en benadrukte dat de hulpverleners duidelijk herkenbaar waren en hun ambulances gemarkeerd waren. Ondanks Israëls bewering dat een deel van de hulpverleners militanten waren, werd geen bewijs hiervoor gevonden. Op de beelden is te zien hoe het konvooi richting een stilstaand voertuig rijdt voordat de hulpverleners minutenlang onder vuur worden genomen.
Strafrechtadvocaat Geert-Jan Knoops benadrukt dat het beschieten van een ambulance in een oorlogssituatie volgens internationaal oorlogsrecht verboden is en mogelijk kan worden gezien als een oorlogsmisdrijf. Het Israëlische leger heeft beloofd het incident grondig te onderzoeken, maar hulporganisaties hebben weinig vertrouwen in het verloop van het onderzoek.