Curaçao en Sint-Maarten introduceren de Caribische gulden

Gepubliceerd op 01/04/2025 14:00 in Economie

Na ruim 70 jaar hebben Curaçao en Sint-Maarten een nieuw betaalmiddel geïntroduceerd. De Antilliaanse gulden, die sinds 1952 werd gebruikt op de twee eilanden, heeft plaatsgemaakt voor de Caribische gulden.

Volgens directeur-secretaris Leila Matroos van de Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten (CBCS), is de oude munt vervangen door "iets van ons". "Met trots presenteer ik u de Caribische gulden, onze nieuwe munteenheid. Het is een moment om stil te staan bij wat we samen hebben bereikt."

De landen zijn onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden, maar hebben sinds oktober 2010 een eigen bestuur met een gezamenlijke centrale bank. Het was toen afgesproken dat er een nieuw betaalmiddel zou komen.

Op het nieuwe briefgeld van de Caribische gulden wordt het zeeleven rond de eilanden afgebeeld, in tegenstelling tot de vogels die werden getoond op de oude bankbiljetten.

De waarde van de nieuwe valuta is gelijk aan die van de oude munt. Eén euro kan worden ingewisseld voor bijna twee Caribische guldens, terwijl een Amerikaanse dollar kan worden omgewisseld voor 1,79 Caribische guldens.

De andere Caribische eilanden, Saba, Sint-Eustatius en Bonaire, zullen deze munt niet invoeren, aangezien zij de Amerikaanse dollar als officiële betaalvorm gebruiken. Op Aruba wordt al sinds 1986 de florin gebruikt als betaalmiddel.

Er is momenteel ongeveer 500 miljoen Antilliaanse gulden in omloop, wat overeenkomt met ruim 200 miljoen euro die moet worden omgewisseld voor de nieuwe valuta.

Zowel de oude als de nieuwe gulden zullen nog een paar maanden naast elkaar blijven bestaan, tot 30 juni. Na deze datum zal alleen de Caribische gulden nog geldig zijn als betaalmiddel op de twee eilanden.

Bewoners hoeven zich echter geen zorgen te maken over oude biljetten die ze thuis hebben liggen. Deze kunnen nog een jaar lang bij commerciële banken op de eilanden worden ingewisseld voor andere valuta. Zelfs na dit jaar is er nog een optie, aangezien de centrale bank het geld nog zal accepteren tot 2055.

Voor Nederlanders die Antilliaanse guldens thuis hebben liggen, betekent dit dat ze naar de eilanden moeten reizen om het geld in te wisselen, aangezien er geen mogelijkheid is om dit in Nederland te doen, bijvoorbeeld bij de Nederlandsche Bank (DNB). Leila Matroos van de centrale bank nodigt iedereen echter uit om naar zonnig Sint-Maarten of Curaçao te komen.