Rijksoverheid overweegt stopzetten Facebook-pagina's vanwege privacyzorgen
Gepubliceerd op 19/04/2024 20:00 in Tech
De Rijksoverheid overweegt te stoppen met het gebruik van Facebook-pagina's vanwege bezorgdheid over privacykwesties. Het ministerie van Binnenlandse Zaken had al twijfels over hoe Facebook persoonsgegevens verwerkt en heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om advies gevraagd. De AP adviseert nu dat het beter is voor de Rijksoverheid om geen Facebook-pagina's meer te gebruiken, tenzij er maatregelen worden genomen en Facebook meer openheid geeft over de gegevensverwerking.
Demissionair staatssecretaris voor Digitalisering Van Huffelen gaf vorig jaar aan dat Meta, het moederbedrijf van Facebook, niet bereid was om na een jaar van overleg de gegevensverwerking van mensen die in aanraking komen met overheidsinstanties aan te passen. Daarom heeft Van Huffelen de AP om advies gevraagd.
Volgens de richtlijnen van de Rijksoverheid moet een betaalde campagne zo min mogelijk persoonsgegevens gebruiken en samenwerken met privacyproof partijen. Van Huffelen geeft aan dat het onduidelijk is of partijen zoals Meta op de juiste manier toestemming vragen voor het verzamelen van gegevens, wat mogelijk in strijd is met de richtlijnen.
Ambtenaren zullen opnieuw in gesprek gaan met Meta om te kijken of de privacy beter kan worden gewaarborgd. Als Meta niet tegemoetkomt aan de zorgen van de overheid, zal de Rijksoverheid volgens het advies van de AP stoppen met activiteiten op Facebook-pagina's.
De zorgen van de Rijksoverheid gelden specifiek voor het gebruik van Facebook-pagina's voor organisaties en niet voor individuele profielen of andere Meta-diensten zoals Instagram en WhatsApp. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft sinds 20 oktober niets meer op Facebook geplaatst, maar dit heeft volgens een woordvoerder niet direct te maken met de onderhandelingen met Meta.
De Facebookpagina van de Rijksoverheid heeft 91.000 volgers, terwijl Binnenlandse Zaken er 22.000 heeft. Via Facebook bereikt de overheid ongeveer vijf miljoen mensen, maar Van Huffelen benadrukt dat het belangrijk is om te weten wat er met gegevens gebeurt wanneer de overheid Facebook gebruikt.