Kabinet vindt het aan scholen om misbruik van tekstgeneratoren te voorkomen
Gepubliceerd op 19/04/2023 22:00 in Tech
Het kabinet heeft aangegeven dat Nederlandse docenten zelf verantwoordelijk zijn voor het voorkomen van misbruik van geavanceerde tekstgeneratoren zoals ChatGPT door hun leerlingen. Het kabinet vindt het niet nodig om de regels te veranderen voor het gebruik van deze softwareprogramma's door scholieren en studenten. De ministers stellen voor om leerlingen niet alleen te beoordelen op het eindproduct, maar ook op het schrijfproces zelf. Ze benadrukken dat dit meer van docenten vraagt op het gebied van didactische en digitale vaardigheden.
Het kabinet vindt dat scholen zelf verantwoordelijk zijn voor het bieden van goed onderwijs en het inrichten daarvan. Ze maken zich echter wel zorgen over de risico's van de software, zoals privacy- en desinformatieproblemen. Onderwijsministers Robert Dijkgraaf en Dennis Wiersma, staatssecretaris van Digitale Zaken Alexandra van Huffelen en Micky Adriaansens van Economische Zaken reageren op vragen van de Tweede Kamer over ChatGPT.
Uit onderzoek onder middelbare scholieren blijkt dat ChatGPT wordt gebruikt om allerlei schoolopdrachten, complete werkstukken, essays en verslagen te maken. Leraren kunnen de teksten niet onderscheiden van het eigen werk van een leerling. De bewindslieden erkennen dat er gevallen zijn van studenten die ChatGPT gebruiken om fraude te plegen, maar de software biedt volgens hen ook mogelijkheden om het onderwijs te verbeteren.
Het kabinet benadrukt dat de sleutel ligt bij docenten en hoe zij op een "doordachte manier" met AI in het onderwijs omgaan. Leraren kunnen meedoen aan projecten over een goede inzet van intelligente technologieƫn. Het kabinet trekt daarvoor extra geld uit, 80 miljoen euro. Er komt ook een expertisepunt voor digitale geletterdheid.
In Italiƫ wordt ChatGPT voorlopig niet meer gebruikt omdat het Amerikaanse bedrijf OpenAI niet genoeg duidelijkheid geeft over welke persoonsgegevens met de chatbot worden verzameld. De Italiaanse toezichthouder vindt dat het bedrijf zich daardoor niet houdt aan de Europese privacywet.